Wolfgang Amadeus Mozart en zijn zus, Maria Anna, brachten een groot deel van hun jeugd door met toeren als wonderkinderen. Mozart kon klavecimbel spelen op de leeftijd van drie. Hij componeerde al op vijf jaar en op 13-jarige leeftijd kon hij de volledige partituur van Gregorio Allegri’s ‘Miserere’ uitschrijven nadat hij het slechts één keer had gehoord. Toen hij begin twintig was, had het voormalige wonderkind moeite om naam te maken in Salzburg en Parijs. Pas in 1781, toen Mozart naar Wenen verhuisde, begon hij aan de meest productieve en succesvolle periode van zijn leven. Het was in dit decennium dat hij de meeste van zijn beroemdste werken schreef, waaronder opera’s: The Marriage of Figaro, Don Giovanni en The Magic Flute. In 1791 stopte Mozart met werken aan The Magic Flute (Die Zauberflöte) ten gunste van The Clemency of Titus (La clemenza di Tito). De verandering kwam vanwege het feit dat hij een opdracht had gekregen om een opera te produceren om de kroning van de nieuwe Oostenrijkse keizer Leopold II te vieren. Een van Mozarts vroegste biografen suggereerde dat hij The Clemency of Titus in slechts 12 dagen schreef. Een uitzonderlijke prestatie.
Na de voltooiing van deze opera werkte Mozart aan The Magic Flute en ‘Requiem’. De laatste heeft hij helaas nooit afgemaakt. Zoals het verhaal gaat, hallucineerde Mozart de nacht voor zijn dood dat hij in het Wienertheater was, terwijl de uitvoering van The Magic Flute plaatsvond. Fluisterend naar zijn vrouw, wat wordt verondersteld zijn laatste woorden ooit te zijn, riep hij uit: ‘Stilte! Stilte! Nu pakt Hofer haar hoge Bes’. In de laatste zeven jaar van zijn leven componeerde Mozart een aantal werken voor uitvoering op vrijmetselaarsbijeenkomsten, waarvan er enkele nog steeds bestaan.
Er is in de loop der jaren nog veel gespeculeerd over de vrijmetselaarsberichten die verborgen waren in Mozarts laatste grote werk, The Magic Flute. Mede-lid van de Weense metselwerkloge, Emanuel Schikaneder, schreef het libretto voor de opera. Ten eerste speelt de opera zich af in Egypte, het land waar het metselwerk zijn oorsprong vindt. Anderen beweren weer dat er vrijmetselaars-symbolen kunnen worden gevonden in de composities van Mozart, waaronder in de ouverture van The Magic Flute.
In 1826 creëerde musicoloog Ludwig Ritter von Köchel de eerste uitgebreide catalogus van Mozarts muziek. Elke compositie in deze chronologische gids bij de muziek van Mozart kreeg een K.-nummer (een K.-nummer staat dan ook voor Köchel). Volgens de heer Köchel was ‘Symfonie nr. 40 in G Minor’ het 550ste muziekstuk dat Mozart componeerde, en daarom kreeg het de titel ‘Symfonie nr. 40 in G Minor, K. 550’. De heer Köchel werkte ongeveer een decennium aan zijn catalogus en categoriseerde 626 werken van Mozart. Je kent misschien niet alle muziek van Mozart bij naam, maar je hebt het ongetwijfeld wel gehoord. Luister en leer wat meer over zijn beroemdste muziek. Het internet staat er vol mee, zo ook de welbekende streamingdiensten.